home *** CD-ROM | disk | FTP | other *** search
/ Belgian Amiga Club - ADF Collection / BS1 part 65.zip / BS1 part 65 / Dpaint IV Helpdisk 3.adf / kleuren / kleurtekst1 < prev    next >
Text File  |  1991-11-16  |  6KB  |  96 lines

  1.  
  2.  KLEUR en DPAINT
  3.  """""""""""""""
  4.  Op de computer moet je kleur bekennen. Afhankelijk van de gekozen resolutie 
  5.  kun je in DPaint maximaal 32 kleuren tegelijk gebruiken. Daarbij moet je dan 
  6.  kiezen uit 4096 mogelijkheden. Nu kun je het default palet van DPaint 
  7.  gebruiken. Dat is eigenlijk een soort regenboog, van elke kleur een beetje 
  8.  plus wat grijstonen. Wil je echter een bepaalde sfeer scheppen of wil je 
  9.  kleur gebruiken om diepte te suggereren, dan moet je zelf een palet samen-
  10.  stellen. In dit stukje wil ik een paar dingen vertellen over kleur en ook 
  11.  laten zien hoe je in DPaint een palet kunt samenstellen. Want met die RGB 
  12.  schuifjes is het soms een heel gepuzzel om een bepaalde kleur te vinden. 
  13.  Ik heb bij dit verhaal een paar voorbeeldtekeningen gemaakt, die je in DPaint
  14.  kunt bekijken. De cijfers tussen haakjes verwijzen naar het nummer van het 
  15.  desbetreffende plaatje. De tekeningen zijn gemaakt in verschillende 
  16.  resoluties, maar DPaint komt automatisch met een requester waarin gevraagd 
  17.  wordt of je de resolutie wilt aanpassen. Ja, dus.
  18.  
  19.  Wat is kleur? 
  20.  """""""""""""
  21.  Kleur is een eigenschap van het (zon)licht. Gewoon licht is samengesteld uit
  22.  verschillende kleuren, die normaal onzichtbaar zijn. 
  23.  Wanneer het licht gebroken wordt, bijvoorbeeld door een prisma of een regen
  24.  bui in de verte, dan worden die kleuren zichtbaar. Dit komt omdat elke kleur 
  25.  van het spektrum zijn eigen golflengte en brekingshoek heeft. Door de split-
  26.  sing van het licht zien we de kleuren van de regenboog. Bij verfstoffen, dus 
  27.  bij alle materie, ontstaat kleur door weerkaatsing. Zodra kleurloos licht 
  28.  op een voorwerp valt, dan wordt een gedeelte van dat licht gereflekteerd, 
  29.  terwijl de resterende lichtenergie geabsorbeerd wordt. Een voorwerp is rood 
  30.  wanneer het alleen de rode lichtgolven weerkaatst. Je hebt dus licht nodig 
  31.  om kleur te kunnen zien. Vandaar dat zwarte gaten waaruit zelfs het licht 
  32.  niet kan ontsnappen, zwart zijn. Een vel papier is wit omdat het veel
  33.  licht weerkaatst. Bij een regenboog wordt het licht niet weerkaatst, maar 
  34.  gesplitst. Wat we zien bij een regenboog is gekleurd licht. Belangrijk is
  35.  om even stil te staan bij dit verschil tussen reflektie van licht (verfstof-
  36.  fen) en splitsing van licht (glas in lood ramen, prisma's, computer enz.). 
  37.  Dit verschil heeft namelijk konsekwenties voor de manier waarop we kleuren 
  38.  mengen.  Er zijn drie kleuren die niet door menging verkregen kunnen worden.
  39.  We noemen dit de drie primaire kleuren.(2) Op de computer zijn rood, groen 
  40.  en blauw de primaire kleuren. Alle andere kleuren kunnen gemaakt worden uit 
  41.  deze drie. Wanneer we gekleurd licht mengen, dan tellen we eigenlijk delen 
  42.  van het spektrum bij elkaar op. Je doet dan het tegenovergestelde van wat 
  43.  een prisma doet, namelijk het splitsen van licht. Daarom zijn de mengkleuren 
  44.  die op deze manier ontstaan lichter dan de oorspronkelijke kleuren. Op de 
  45.  computer kun je dat vrij eenvoudig zien: zet in het Rood-Groen-Blauw regis-
  46.  ter (in DPaint kun je dat oproepen door op de 'p' te drukken) 1 kleur op
  47.  15 door met de pointer op het betreffende schuifje te wijzen en deze met 
  48.  ingedrukte muisknop omhoog te bewegen. Zet de 2 andere op 0. Beweeg nu 1 van 
  49.  deze twee langzaam omhoog. Tussendoor telkens even de knop loslaten. Je ziet 
  50.  nu langzaam een nieuwe,lichtere kleur ontstaan. Alsof je 2 stukken gekleurd 
  51.  glas op elkaar legt. Wanneer je ook de 3e kleur op 15 zet ontstaat er wit. 
  52.  Deze vorm van kleurmenging heet additieve menging, omdat je dus licht bij 
  53.  elkaar optelt. Op papier zijn de mengkleuren altijd donkerder. Blauwe verf 
  54.  reflekteert alleen de blauwe lichtgolven en absorbeert de rest. Gele verf 
  55.  doet het zelfde met de gele lichtgolven. Meng je deze twee dan wordt een 
  56.  groter deel van het spektrum geabsorbeerd. Er wordt met andere woorden licht 
  57.  afgetrokken. Daarom heet dit subtraktieve menging. 
  58.  
  59.  Op papier zijn de primaire kleuren dan ook precies het tegenovergestelde van 
  60.  de primaire kleuren op de computer. In de boekjes wordt altijd gesproken over
  61.  rood, geel en blauw. Maar elke drukker kan je vertellen dat het eigenlijk 
  62.  magenta, geel en cyaan moet zijn. Om een kleurendruk te maken moet het papier
  63.  vier keer bedrukt worden: eenmaal met geel, eenmaal met magenta, eenmaal 
  64.  cyaan en eenmaal met zwart. (Wit ontstaat door rastering, waarbij men meer
  65.  of minder het witte papier laat zien.) Door de menging van geel met cyaan
  66.  ontstaat groen, magenta en cyaan resulteert in blauw en rood wordt verkregen
  67.  door geel over magenta te drukken.
  68.  
  69.  Op de computer gaat het net omgekeerd: met rood en groen maak je geel, rood 
  70.  en blauw wordt magenta en cyaan ontstaat uit het mengen van groen en blauw. 
  71.  Deze mengkleuren worden wel de sekundaire kleuren genoemd.(2)
  72.  
  73.  
  74.  De kleurencirkel(1).
  75.  """"""""""""""""""""
  76.  De kleuren van het spektrum ofwel de kleuren van de regenboog hebben een 
  77.  vaste volgorde en kunnen in een cirkel gerangschikt worden. De volgorde is: 
  78.  rood, violet, blauw, groen, geel, oranje (en dan weer rood). In het palet
  79.  menu van DPaint staat naast het RGB register, het HSV register dat gebruikt 
  80.  maakt van de kleurencirkel. H staat voor Hue, S voor Saturation (verzadiging) 
  81.  en V voor Value (lichtsterkte). Laat nu de schuifjes S en V bovenin staan 
  82.  en beweeg de H in stapjes naar boven (pointer op het schuifje, muistoets 
  83.  ingedrukt houden en tussendoor telkens even loslaten). Je ziet in het venster
  84.  erboven nu telkens een andere kleur uit het regenboogspektrum. Bovenaan 
  85.  gekomen schiet het schuifje weer naar beneden op rood. Dit komt doordat het
  86.  schuifje de cirkel heeft doorlopen en weer terug is bij het uitgangspunt. Je
  87.  zult ook opmerken dat in dit H-register veel meer tussenstapjes mogelijk zijn
  88.  dan de 15 treden in het RGB-register. 
  89.  
  90.  De S-schuif regelt de verzadiging van de kleur: hoe lager deze staat des te
  91.  bleker is de kleur, alsof er water of witte verf doorheen gemengd wordt.
  92.  De Value bepaalt de helderheid of lichtsterkte. Als je deze schuif omlaag 
  93.  trekt wordt een kleur steeds donkerder.
  94.  
  95.  
  96.